In Kaart doet wetenschappelijk onderzoek. Hier leest u over lopend en afgerond onderzoek.
Ouders in Evenwicht
Hoofdonderzoeker: Nathalie Patty, Vrije Universiteit en Viveon
Dit onderzoek loopt van 2022-2026
Ouders van kinderen met complexe zorgbehoeften worden vaak geconfronteerd met overbelasting en burn-out door bijvoorbeeld de extra zorg en zorgen voor hun kind. Op dit moment begrijpen ouders en hun ondersteuningssystemen niet altijd wat er nodig is om veerkracht op te bouwen tegenover deze voortdurende eisen. Het in balans brengen van de zorg voor hun kind met hun eigen behoeften is een constante uitdaging.
Via het project Ouders in Evenwicht onderzoeken we hoe burn-out er echt uitziet voor ouders. Door samen te werken met ouders, zorgprofessionals en onderzoekers, willen we ontdekken wat ouders helpt om veerkrachtig te blijven, hoe vaak burn-out voorkomt en welke factoren daaraan bijdragen. Deze inzichten zullen helpen bij het ontwikkelen van effectieve oplossingen, het verbeteren van zorgpraktijken en het informeren van beleid.
Ouderschap en Online Gedrag
Hoofdonderzoeker: Mariah Knezevic, Vrije Universiteit en Viveon
Dit onderzoek loopt van 2024-2028
Kinderen groeien tegenwoordig op in een wereld waarin digitale media en apparaten een belangrijk onderdeel zijn van hun dagelijkse leven, zowel offline als online. Het Ouderschap en Online Gedrag-project (OOG-project) richt zich op het digitale mediagebruik van kinderen met en zonder neurodivergentie en onderzoekt de rol van ouders in hun mediagebruik. In het OOG-project combineren we gegevens uit verschillende onderzoeken, waaronder ook In Kaart. Zo krijgen wij inzicht in het media gebruik van een diverse groep kinderen en hun ouders. Met dit onderzoek willen we wetenschappelijke inzichten gebruiken om ouders handvatten te geven voor hoe zij het best kunnen omgaan met het media-gebruik van hun kinderen om de risico’s zo veel mogelijk te beperken, maar ook te laten zien hoe digitale media een positieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling en het welzijn van kinderen.
Beschermende factoren bij ouders en probleem gedrag bij kinderen met ADHD en ASS
Hoofdonderzoeker: Charlotte Verhagen (Universiteit Tilburg)
Dit onderzoek is afgerond in 2025.
In dit onderzoek hebben we gekeken naar de relatie tussen twee positieve eigenschappen bij ouders. Ook keken we hoe deze eigenschappen samenhangen met problemen bij kinderen met autisme en/of AD(H)D. De twee eigenschappen bij ouders waar we naar heb gekeken zijn ‘weerbaarheid’ (hoe goed ouders met moeilijke situaties kunnen omgaan) en ‘zelfvertrouwen in het ouderschap’ (hoe sterk ouders zich voelen in hun rol als ouder). Ik wilde weten of ouders die zich weerbaarder en zelfverzekerder voelen, ook minder problemen bij hun kind ervaren. De problemen bij kinderen waren verdeeld in twee soorten: ‘internaliserende symptomen’ (zoals angst en somberheid) en ‘externaliserende symptomen’ (zoals boos gedrag of druk en ongehoorzaam zijn).
De resultaten lieten zien dat ouders die zich weerbaarder voelen, vaker externaliserende symptomen rapporteerden bij hun kinderen met autisme en/of AD(H)D. Daarnaast hadden oudere kinderen minder van deze klachten dan jongere kinderen.
Uit het onderzoek blijkt dat weerbaarheid bij ouders misschien geen vaste karaktereigenschap is die je al vanaf het begin hebt, maar iets wat zich kan ontwikkelen. Het lijkt erop dat ouders die al langere tijd omgaan met lastig gedrag van hun kind, weerbaarder worden. Ze leren omgaan met moeilijke situaties en bouwen zo meer veerkracht op. Deze veerkracht kan ouders helpen om beter om te gaan met stress en uitdagingen in het dagelijks leven.
Behandeling en ondersteuning voor ADHD gedrag bij kinderen
Hoofdonderzoeker: Marjolein Luman, Vrije Universiteit en Levvel
Dit onderzoek loopt in 2025
Ongeveer 5% van de schoolgaande kinderen in Nederland heeft een classificatie ADHD. Daarnaast laat nog eens 11-18% van de kinderen bovengemiddeld veel kenmerken van ADHD zien, zonder te voldoen aan de volledige criteria van een classificatie ADHD. Volgens de richtlijnen zijn gedragstherapie en medicatie de aangewezen behandelingen voor deze kinderen. Er zijn ook verschillende behandelingen die niet worden aanbevolen vanwege het gebrek aan effectiviteit, zoals neurofeedback of cognitieve trainingen. Het is echter niet bekend in hoeverre kinderen met ADHD gedrag de aangewezen behandelingen ook daadwerkelijk krijgen, in welke vorm en intensiteit behandeling wordt aangeboden en hoe ouders van deze kinderen de behandeling waarderen. Om de brug tussen theorie en praktijk te slaan, is het belangrijk om meer zicht te krijgen op welke behandeling en ondersteuning voor ADHD gedrag bij kinderen in de praktijk wordt aangeboden en hoe dit wordt ervaren door ouders en kinderen.
Dit onderzoek zal belangrijke inzichten geven in hoeverre de in Nederland aangeboden behandelingen voor ADHD gedrag in lijn zijn met de richtlijnen en welke andere behandeling en/of ondersteuning er geboden wordt. Het geeft informatie over welke behandeling kinderen krijgen, en wat de tevredenheid is met deze behandeling. Indien blijkt dat er niet in lijn met de richtlijnen wordt behandeld of dat ouders en kinderen niet tevreden zijn over de huidige behandelingen, kan vervolgonderzoek zich richten op het meer voor het voetlicht brengen van de richtlijnen bij ouders, het gebruiksvriendelijker maken van richtlijnen of het verbeteren van het aanbod zorg. Daarnaast is onderzoek naar ervaringen van gebruikers van de behandeling van ADHD-gedrag belangrijk, om uitval te voorkomen en te zorgen dat in samenwerking met gezinnen de meest optimale behandeling kan worden geboden.
Individuele verschillen in de impact van lees- en spellingsproblemen
Hoofdonderzoeker: Peter de Jong, UVA en Stichting Dyslexie Nederland
Dit onderzoek loopt van 2025-2029
Al langer is bekend dat dyslexie een negatieve invloed kan hebben op schoolprestaties en in het verlengde daarvan op schoolloopbanen en de maatschappelijke positie die wordt bereikt. Uit recenter onderzoek blijkt dat dyslexie ook gepaard kan gaan met gevoelens van angst en somberheid. Maar kinderen en volwassenen met dyslexie blijken enorm te verschillen in de mate waarin zij negatieve consequenties rapporteren van hun problemen met lezen en spellen. Dit onderzoek gaat na waardoor kinderen/volwassenen met (een vermoeden van) dyslexie verschillen in de consequenties die zij menen te ondervinden van hun lees- en/of spellingproblemen. Daarbij gaat het zowel om consequenties voor hun schoolloopbaan als om gevoelens van angst en somberheid. De vraag is of ondersteuning door de omgeving (ouders, leerkrachten, medeleerlingen, school) en de effectiviteit van de dyslexiebehandeling van invloed zijn op de mate waarin dit soort negatieve consequenties van de dyslexie worden ervaren. Ook wordt onderzocht in hoeverre ervaren consequenties van dyslexie en ondersteuningsbehoeften afhankelijk zijn van bijkomende problemen zoals ADHD en TOS. Tenslotte wordt nagegaan of een goede ondersteuning op termijn kan leiden tot een afname van problemen die mensen met dyslexie toeschrijven aan hun moeite met lezen en spellen.
Positieve aspecten van ADHD en autisme bij kinderen
Hoofdonderzoeker: Lessa Schippers, Radboud Universiteit
Dit onderzoek loopt van 2025
Ongeveer 5% van de kinderen in Nederland heeft de diagnose ADHD. Deze kinderen hebben moeite met de aandacht reguleren en/of ze hebben heel veel energie en kunnen impulsief zijn. Dit kan voor problemen zorgen, bijvoorbeeld op school, thuis en met vriendschappen. Sommige ouders en leerkrachten zeggen dat er ook positieve kanten zitten aan ADHD. Er is nog geen onderzoek gedaan wat deze positieve kanten bij kinderen zijn. Een deel van de kinderen met ADHD heeft ook autisme. Er is al wat onderzoek over positieve kanten van autisme zijn. We weten niet of er positieve kanten uniek zijn voor autisme, ADHD en de combinatie. 2.2 Solution (Oplossingsrichting) Ouders van kinderen met ADHD en/of autisme hebben vragen beantwoord over wat zij positieve kanten van ADHD en/of autisme vinden. Deze positieve aspecten kunnen wij sorteren en indelen in thema’s. Voor kinderen met ADHD en/of autisme kan het helpen om te weten dat er ook positieve aspecten zijn, bijvoorbeeld om negatieve gevoelens over ADHD en/of autisme te verminderen. Ouders en leerkrachten kunnen zo op een minder negatieve manier naar ADHD en autisme kijken. Tot slot kunnen we behandelingen voor ADHD en autisme verrijken met de kennis over positieve aspecten.